Dit practicum werd voorgesteld door Prof. dr. Luc Leyns (VUB) op het Vlaams Congres voor Leraars Wetenschappen - 2016.
Bewerking voor deze website door Victor Rasquin.
Een protocol voor de leerkracht met opdrachten voor de leerlingen kan gedownload worden in MS-Word .docx formaat of in pdf.
Figuur 1. Adaptatiehypothese (Directed Mutation Model).
De resistente cellen (in rood) hebben zich aangepast als reactie op het toegevoegde antibioticum (de gestippelde rode lijn).
2. Volgens de spontane mutatie hypothese kan elke cel met een lage waarschijnlijkheid muteren van gevoeligheid voor het antibioticum naar resistentie ertegen. De aanwezigheid van het antibioticum is hiervoor niet nodig.
Figuur 2. Spontane mutatie hypothese
De resistente cellen (in rood) hebben zich reeds aangepast vóór het toevoegen van het antibioticum (de gestippelde rode lijn) .
Beide hypothesen worden hier experimenteel onderzocht door de variantie te vergelijken tussen:
Variantie = Σ(x - µ)2 / n - 1
waarin:
x = waargenomen aantal resistente mutanten in elk staal
μ = gemiddeld aantal resistente mutanten in de 10 stalen
n = aantal stalen
Tijdens dit practicum ontvangen de leerlingen 10 monsters van een kolonie E. coli, opgegroeid in de afwezigheid van een antibioticum. Zij zullen deze populaties uitplaten op agar-platen waaraan het antibioticum rifampicine is toegevoegd. Enkel rifampicine resistente cellen (rifR) zullen kolonies vormen op de agar-platen.
Aan de hand van het aantal gevormde kolonies kunnen de leerlingen de variantie bepalen om zo een onderscheid te maken tussen de adaptatiehypothese en de spontane mutatie hypothese.
De gebruikte bacteriestam CSH117 van E. Coli kan via mail besteld worden bij Prof. Luc Leyns (lleyns@vub.ac.be)
Bereid het gewenste volume (hier 50 mL) van LB-Agar medium voor door 1 gr LB broth poeder en 0,75 gr van agar (1,5% finale concentratie) toe te voegen aan 50 mL water. Gebruik liefst een labofles, indien dit niet mogelijk is een erlenmeyer.
Meng zeer goed tot er geen klonters meer zijn.
Plaats aluminiumfolie op het deksel van de fles of op de hals van de erlenmeyer. Steriliseer het medium onmiddellijk (zie beneden).
Laat afkoelen totdat je de fles met je handen kan aanraken/vastnemen (bijna te warm, daardoor de handschoenen, maar niet kokend). Let op, laat het koelen op een onderzetter, niet op een koud oppervlak.
Meng voorzichtig door licht te draaien met de fles ("swirling")
Neem het deksel/de aluminiumfolie weg en giet in een petrischaal totdat de volledige oppervlakte bedekt is. Plaats het deksel terug en ga verder met de andere petrischalen.
Onmiddellijk daarna, giet (liefst warm) water in je fles vóórdat de resterende agar stolt in de fles. Indien dit toch gebeurt, kan je de agar schrapen met een spatel en alles goed naspoelen met kokende water.
Per experimentele groep (bv. 2 leerlingen per groep) heb je 20 Rif100 petriplaten nodig, dus ongeveer 200-300 mL per groep.
Steek de tip van een pasteurpipet in het vuur van een bunsenbrander tot de opening dichtgloeit; zo bekom je een eenvoudige entnaald.
Vooraleer de entnaald te gebruiken houd je de punt (2-3 cm) enkele seconden in de vlam van een bunsenbrander om eventuele bacteriën te doden. Laat ongeveer 15 seconden afkoelen en prik vervolgens eens in de LB-agar (om verder af te afkoelen).
Dompel vervolgens de naald een keer in de bacteriële stock en breng de bacteriën volgens een zig-zag patroon op de LB plaat.
Incubeer de plaat (ondersteboven) tot kolonies zichtbaar zijn .
Giet 10 tot 15 mL van het medium met agar in een petrischaal. Het moet ongeveer een 5-7 mm dikke laag vormen. Plaats het deksel terug en laat de agar stollen.
Eens de alles gestold is, zet je de petrischalen ondersteboven om de condensatie te verminderen.
Stapel de petrischalen en bewaar ze in een frigo (eventueel in de plastic zak van de petrischalen).
Vergeet niet de petriplaten te markeren, ofwel individueel op elke onderkant, ofwel door een streep te trekken op de zijkant van de stapel petrischalen.
Neem de petriplaten een uur voor gebruik uit de frigo om condensatie op de buitenkant te vermijden.
Verwijder eventuele waterdruppels op de binnenkant van het deksel met met een papieren zakdoekje.
Iedere experimentele groep zal 10 cultuurbuizen met gekweekte E. coli krijgen. Deze moeten voorzichtig bereid worden.
1) Neemt de bacteriële stock (bacteriën in een glycerol stock) uit de frigo. Met een entnaald strijk je de bacteriën in zig-zag patroon op een LB-Agar plaat (zonder antibioticum). Zet je stock terug in de frigo voor volgende keer. Incubeer de plaat tot je kolonies kan zien. Je kan deze plaat een 3-tal weken bewaren in de frigo.
2) Bereid een cultuurbuis met 2 mL LB (geen antibioticum) voor. Hiertoe raak je een kolonie aan met je entnaald en vervolgens dompel je de entnaald in de LB in de cultuurbuis. Schud even en neem je entnaald uit.
Incubeer de cultuurbuis (de inhoud moet volledig troebel worden). Je kan deze cultuur tot 1 week in de frigo bewaren.
3) Maak een 10-5 verdunning in een finaal volume van 30 mL LB. Hiertoe doe je eerst in 2 cultuurbuizen 6mL LB en in een kleine erlenmeyer 27 mL LB.
Neem met een pasteurpipet een beetje van de gekweekte cultuur uit stap “2” en doe twee druppels in één van de twee cultuurbuizen met 6 mL LB. (Indien je beschikt over een micropipet neem je 60 μL van de gekweekte cultuur uit stap "2").
Meng zeer goed (bv. met een andere pasteurpipet). Je hebt nu 100 x verdund
Herhaal deze stap in de tweede cultuurbuis met 6 mL LB.
Neemt 3 mL van deze laatste verdunning en doe deze in de erlenmeyer met 27 mL LB. Meng heel goed.
4) Bereid 10 cultuurbuizen (per experimentele groep) met elk 2 mL LB voor.
Voeg hiertoe 4 druppels (of 120 microliter) van de 30 mL verdunde stock aan elk cultuurbuis toe.
Incubeer de cultuurbuizen. Bewaar ze in de frigo (max 1 week) tot gebruik in het practicum. Schud de cultuurbuizen voor het gebruik om de bacteriën in suspensie te brengen.
Het vraagt wat oefening om succesvol te zijn (genoeg pasteurpipetten moeten voorzien worden). Een pincet om het glas vast te houden kan zeker helpen.
Altijd enkele minuten laten afkoelen. Nooit het glas aanraken met je hand!
Voor iedere spreiding moet de spatel gesteriliseerd worden om de bacteriën van het vorige staal te doden. Dit wordt best gedaan door de spatel voor enkele seconden te dompelen in ethanol (minstens 70%) en dan de ethanol te laten verdampen (bv. door de spatel in de lucht te laten drogen voor 30 seconden).
Gebruik NOOIT een vlam dichtbij.