69. Bij tomaten is het allel voor ronde vruchten dominant over dat voor langwerpige vruchten. Het allel voor gladde vruchten is dominant over dat voor fluweelachtige vruchten.
Bij de kruising van twee tomatenrassen ontstaat een uniforme Fl.
Door zelfbestuiving van de Fl ontstaat de volgende F2:
- 75 planten met ronde, fluweelachtige tomaten;
- 148 planten met ronde, gladde tomaten;
- 72 planten met langwerpige, gladde tomaten.
Wat is het fenotype van de twee gekruiste tomatenrassen?
A. rond, glad x rond, glad
B. rond, glad x langwerpig, fluweelachtig
C. rond, fluweelachtig x langwerpig, glad
D. langwerpig, fluweelachtig x langwerpig, fluweelachtig